Hoe ziet de opbouw van een onderzoeksvoorstel eruit?
Gepubliceerd op 16 augustus 2016 door R. van Ravenstein
Het onderzoeksvoorstel, ook wel plan van aanpak of proposal genoemd, is een belangrijk onderdeel van het afstudeeronderzoek. Een waterdicht onderzoeksvoorstel kan je namelijk een hoop tijd besparen in het onderzoeksproces.
Het onderzoeksvoorstel bestaat uit een titelpagina, inhoudsopgave, inleiding, theoretisch kader, hoofd- en deelvragen, onderzoeksopzet, planning en literatuurlijst.
Houd er echter wel rekening mee dat onderwijsinstellingen andere eisen kunnen stellen aan de opbouw van het onderzoeksvoorstel.
Onderdelen van het onderzoeksvoorstel
OPBOUW ONDERZOEKSVOORSTEL |
---|
Titelpagina/Voorblad |
Inhoudsopgave |
Hoofdstuk 1 Inleiding |
1.1 Introductie stagebedrijf / omschrijving onderwerp |
1.2 Probleemanalyse |
1.3 Doel |
1.4 Onderzoeksvragen |
1.5 Onderzoeksopzet |
Hoofdstuk 2 Theoretisch kader |
Hoofdstuk 3 Planning |
Hoofdstuk 4 Leeswijzer |
Literatuurlijst |
Titelpagina/Voorblad
De titelpagina is de eerste bladzijde van jouw onderzoeksvoorstel. Hier vermeld je dat het om een onderzoeksvoorstel gaat en je geef het document een titel. Daarnaast vermeld je onderaan de bladzijde je naam, studentennummer, adres, telefoonnummer, e-mailadres, onderwijsinstelling en opleiding.
Inhoudsopgave
De inhoudsopgave verschaft de lezer een overzicht van de opbouw van het onderzoeksvoorstel, zodat bepaalde onderdelen snel vindbaar zijn.
In de inhoudsopgave worden de volgende onderdelen opgenomen: Inleiding, theoretisch kader, hoofdvraag en deelvragen, methode van onderzoek, planning en bronnenlijst.
Hoewel alle hoofdstukken, paragrafen en subparagrafen worden weergegeven in de inhoudsopgave, krijgt de literatuurlijst geen hoofdstuknummer.
Inleiding
De inleiding van het onderzoeksvoorstel bestaat uit een aantal paragrafen waarin je de opdracht en opdrachtgever introduceert. Geef een heldere introductie van het onderwerp en zorg dat de lezer geïnteresseerd raakt in het lezen van jouw scriptie. De inleiding van het onderzoeksvoorstel bestaat uit:
Introductie stagebedrijf / omschrijving onderwerp
Hier geef je een korte bedrijfsomschrijving van enkele zinnen. Benoem bijvoorbeeld de ontwikkelingen binnen de onderneming en de branche in zijn geheel in relatie tot jouw onderzoek. Doe je geen onderzoek in opdracht van een bedrijf, beschrijf dan in het kort het onderwerp.
Probleemanalyse
In de probleemanalyse ga je je oriënteren en het probleem afbakenen. Je beschrijft wat ertoe heeft geleid dat jij onderzoek gaat doen. Dit kunnen bijvoorbeeld tegenvallende cijfers of een vervolgonderzoek zijn.
Het probleem analyseren kun je doen middels de 6W-vragen. Je beschrijf wat de aanleiding is, voor wie het een probleem is, waar het zich afspeelt, wanneer het probleem zich voordoet en wat de gevolgen zijn. Tot slot beschrijf je waarom het belangrijk is dat het probleem wordt aangepakt.
Doel van het onderzoek
In de doelstelling leg je uit waarom je onderzoek gaat doen. Je beschrijf niet alleen concreet wat je met het onderzoek wilt bereiken, maar ook wat het onderzoek moet opleveren. Maak vervolgens onderscheid tussen de managementdoelstelling en onderzoeksdoelstelling. Ondanks dat de doelstelling een onderdeel van de probleemanalyse is, wordt het ook vaak in een aparte paragraaf weergegeven.
Onderzoeksvragen
In de inleiding formuleer je de (voorlopige) hoofdvraag en onderzoeksvragen. De hoofdvraag, oftewel de centrale onderzoeksvraag, fungeert als leidraad voor jouw onderzoek.
De hoofdvraag formuleer je zo objectief mogelijk en moet voortvloeien uit de probleemstelling. De deelvragen, oftewel de onderzoeksvragen, formuleer je eveneens vanuit de probleemstelling en staan ‘in dienst’ van de hoofdvraag. Elke deelvraag moet je dichter bij het antwoord op de hoofdvraag brengen.
Onderzoeksopzet
In de onderzoeksopzet beschrijf je in het kort het soort onderzoek dat je gaat doen (kwalitatief en/of kwantitatief). Per deelvraag omschrijf je welke dataverzamelingsmethoden (enquêtes, interviews, observaties, case-studies etc.) je gaat kiezen en welke dataverwerkings- en analysemethoden je van plan bent te gebruiken. Een goede onderzoeksopzet heeft een positieve invloed op de validiteit, betrouwbaarheid en representativiteit van het onderzoek.
Theoretisch kader
In het theoretisch kader definieer je het onderwerp en verzamel je zowel relevante termen als begrippen, theorieën en wetenschappelijke visies binnen jouw onderzoeksthema die essentieel zijn voor het onderzoek.
In het theoretisch kader beschrijf je bovendien hoe je deze termen, begrippen en visies gaat gebruiken in je onderzoek. Controleer of de bronnen die je raadpleegt betrouwbaar zijn en neem deze op in de literatuurlijst. Het theoretisch kader beslaat doorgaans drie à vier pagina’s.
Planning
Veel onderwijsinstellingen verlangen van jou dat je een planning maakt. In de planning maak je een overzicht van de activiteiten ten behoeve van je onderzoek en verwerk dit in een tijdpad. Veel studenten gebruiken hiervoor een strokenplanning.
Het doel van een planning is dat jijzelf en jouw afstudeerbegeleider kunnen inschatten of het onderzoek haalbaar is en om de voortgang te bewaken. Omschrijf daarom duidelijk welke weken je gebruikt om de data te verzamelen, te verwerken/analyseren en om de bevindingen op papier te zetten.
Leeswijzer
In de leeswijzer beschrijf je kort de beoogde opbouw van jouw scriptie. Je informeert de lezer wat het in elk hoofdstuk van het onderzoek kan verwachten. De leeswijzer beslaat doorgaans één alinea van enkele zinnen.
Literatuurlijst
De literatuurlijst is een alfabetisch overzicht van alle geraadpleegde bronnen in je onderzoek. Het doel van de literatuurlijst is om de lezer te informeren over de herkomst van de bronnen. Veel onderwijsinstellingen is de bronvermelding volgens de APA-methode verplicht.