De 5 cultuurdimensies van Hofstede
Gepubliceerd op 10 mei 2019 door Farah
De 5 cultuurdimensies van Hofstede brengen in kaart met welke culturele aspecten een onderneming rekening moet houden wanneer het zaken gaat doen in het buitenland. Deze cultuurverschillen hebben invloed op de manier waarop men zaken doet en omgaat met andere mensen.
Organisatiepsycholoog Geert Hofstede is in 1966 gestart met een grootschalig onderzoek waarbij 116.000 werknemers van een multinational een enquête moesten invullen. Het onderzoek werd uitgevoerd in 50 verschillende landen. Het streven was om een zo goed mogelijke doorsnede per land te krijgen van leeftijden, geslacht en functie.
Op basis van de resultaten uit het onderzoek van Hofstede, luidde de belangrijkste conclusie als volgt: in alle landen komen gemeenschappelijk problemen voor, maar in elk land zoekt met naar oplossingen die verschillen met betrekking tot de volgende punten:
- de maatschappelijke ongelijkheid (houding t.o.v. gezag)
- de verhouding tussen individu en groep
- de gewenste rolverdeling tussen mannen en vrouwen
- manieren van omgaan met onzekerheid (beheersen van agressie / uiten van emotie)
Op grond hiervan konden de volgende 5 cultuurdimensies worden onderscheiden:
1. Machtsafstand
De machtsafstand is de mate waarin minder machtige leden van organisaties in een land verwachten en accepteren dat de macht ongelijk verdeeld is. Een kleine machtsafstand betekent dat de ongelijkheid tussen mensen zo klein mogelijk gemaakt moet worden, terwijl een grote machtsafstand betekent dat de ongelijkheid tussen mensen zowel verwacht als gewenst wordt.
In Nederlandse bedrijven heerst veelal een kleine machtsafstand, waarbij de verhouding tussen de baas en medewerkers pragmatisch is. In veel Aziatische landen daarentegen, heerst een grote machtsafstand waarbij sprake is van emotionele verhoudingen tussen superieuren en ondergeschikten.
2. Individualisme / Collectivisme
In een collectivistische samenleving gaat het groepsbelang vóór het belang van het individu. De groep is de dominante factor waarbij het individu zijn identiteit ontleent aan die groep. Iemand aanspreken op zijn gedrag is dus meteen een aanval op de groep.
Het tegenovergestelde is de individualistische samenleving waarin iedereen geacht wordt uitsluiten te zorgen voor zichzelf en voor zijn of haar naaste familie.
3. Masculiniteit / Femininiteit
Een samenleving is masculien als sociale sekse-rollen duidelijk gescheiden zijn; mannen worden geacht assertief en hard te zijn en ook gericht op materieel succes. Vrouwen horen bescheiden en teder te zijn en vooral gericht op de kwaliteit van het bestaan.
Een samenleving is feminien als sociale sekse-rollen elkaar overlappen; zowel mannen als vrouwen worden geacht bescheiden en teder te zijn en gericht op de kwaliteit van het bestaan.
4. Onzekerheidsvermijding
Door het maken van regels, wetten en afspraken proberen we vat te krijgen op de toekomst, want onzekerheid vinden we maar onprettig. De manier waarop men omgaat met onzekerheden hangt niet alleen af van het karakter, maar ook van de cultuur van het land waar iemand leeft.
Onzekerheidsvermijding is dan ook de mate waarin de leden van een cultuur zich bedreigd voelen door onzekere of onbekende situaties. Dit gevoel wordt onder andere uitgedrukt in nerveuze spanning en in een behoefte aan voorspelbaarheid: aan formele of informele regels.
In culturen met een hoge onzekerheidsvermijding heerst veel bureaucratie en wordt het leven beheerst door regels en wetten. Er is een sterke drang om hard te werken en afwijkend gedrag wordt niet getolereerd.
In culturen met een lage onzekerheidsvermijding willen mensen het liefst zo min mogelijk regels volgen. Hard werken is geen doel op zichzelf en er is een grote tolerantie voor afwijkend gedrag.
5. Termijngerichtheid
Culturen met een korte-termijnoriëntatie hechten waarde aan traditie en nemen de tijd voor het bouwen van relaties. Het verleden en het heden zijn met elkaar verbonden; dat wat nu niet mogelijk is, is morgen wel mogelijk.
Hier tegenover staat de lange-termijnoriëntatie, waarbij wordt gekeken naar de toekomst in plaats van het heden of het verleden. Een dergelijke samenleving, zoals de Nederlandse, is doelgericht en hecht waarde aan beloningen.